Geur

 

Slechts een keer per jaar is het tijd voor oliebollen; eigenlijk gek, want een ander ‘vettig’ product, zoals friet, kun je iedere dag wel ergens kopen en eten. Maar oliebollen….. de geur ervan brengt de extase van vroeger in mij naar boven. Ons hele huis rook ernaar, ondanks alle voorzorgen. 

Mijn moeder kocht in de maanden voorafgaande aan december flessen olie. Olie was duur, zo kwam het op mij in ieder geval over. Mijn moeder ‘spaarde’ als het ware al die dure ingrediënten in een aantal maanden bij elkaar. Zo hoefde zij niet in één keer heel veel geld uit te geven, maar gingen de uitgaven stapsgewijs, iedere keer een beetje.

Niet alleen de olie was aan de prijs, ook de krenten en de rozijnen. Het waren geen lekkernijen die bij ons in de tuin konden groeien, nee, ze moesten echt bij de kruidenier gehaald worden. 

Ik moet er nog bij vertellen dat wij thuis een winkel hadden, met wat nu genoemd wordt ‘witgoed’,  fietsen en verlichting, horloges en nog meer huishoudelijk spul. Als je zo’n winkel in een dorp hebt, gaan alle andere winkeliers uit van het principe ‘als jij bij mij koopt, koop ik bij jou’. Dus alle ingrediënten werden gekocht bij meerdere bakkers en kruideniers, in ons dorp waren minstens drie bakkers en een stuk of zes kruideniers.

Als kind moest ik iedere zaterdag naar al die winkels om iets te kopen, bij de een losse stroop, bij de ander vloerbrood en bij weer een ander sajet om sokken te stoppen. 

Ik dwaal af van de oliebollen. Als het zover was dat de olie verhit kon worden en het deeg voldoende was gerezen, dan vulde de geur ons huis. De eerste oliebollen moesten natuurlijk geproefd worden en goedgekeurd. Dat alleen al was een feest. Zo’n warme bol dopen in een schaaltje suiker, een hapje nemen, de rook van de warme bol zien opstijgen en je mond bijna verbranden omdat hij net uit die gloeiende olie kwam. Dat is het summum van extase om nooit te vergeten en ieder jaar weer te verlangen naar dat ene geurmoment.

Gek eigenlijk dat dat alleen maar kan rond 31 december!